12/12/2019
Perdu
20:00 t/m 22:00

Tijd van de Metafysica & Metafysica van de Tijd

Jan Bor, Mark Leegsma

Al sinds het ontstaan van de metafysica is ‘tijd’ een berucht moeilijke kwestie geweest. Lang zochten filosofen naar ‘eeuwige waarheden’, Plato in zijn transcendente Ideeënwereld, en in de Middeleeuwen werd het tijdloze in God gezocht.

Dat veranderde gedurende de Verlichting met het optreden van Kant, volgens wie tijd slechts een aanschouwingsvorm van de mens was, geen eigenschap van de wereld op zichzelf, maar een ‘mal’ waarmee onze zintuigen de wereld beschouwen. Daarmee haalde Kant de tijd uit de hemelen: tijd is geen eeuwige vorm maar onze aanschouwingsvorm van het niet-eeuwige. Toch was in de filosofie met die ‘Copernicaanse wending’ het laatste woord over tijd nog niet gesproken.

Zo bekritiseerde Henri Bergson zijn Duitse vakgenoot, omdat die ruimte niet goed van tijd zou hebben onderscheiden. Tijd is – anders dan ruimte - niet iets opdeelbaars en homogeens: het is als een melodie, waarin ieder moment is vervlochten met het moment dat moet komen en is geweest. Zodra je een element van een symfonie isoleert en op zichzelf neemt, blijft er niets van de melodie over. Het wezen van de tijd ligt evenzo in de beweging, haar ‘duur’, zoals Bergson dat noemde. Het verleden gaat het heden binnen en vormt er een ongedeeld geheel mee.

De implicaties van zo’n ‘vloeibare’ tijdsopvatting reiken verder dan op het eerste gezicht misschien duidelijk is. In de tweede helft van de vorige eeuw wijzen verschillende filosofen erop dat tijd en waarheid veelal hebben gefungeerd als twee handen op één buik. Een groot deel van onze waarheden bleek te leunen op de aanname van eeuwigheid: een homogene ruimte boven de tijd. Als denkbeelden gebaseerd moeten worden op een eindeloos veranderlijke en heterogene ervaring, lijkt dat ook aan hun ‘eeuwige’ geldigheid af te doen. Dat roept direct de vraag op naar de mogelijkheid van grotere filosofische antwoorden: is met de tijd de metafysica ten einde gekomen, zoals Heidegger ooit stelde op grond van Nietzsche?

Deze avond duikt Felix & Sofie in deze ‘vertijdelijking’ van de filosofie. Hoe wordt er heden ten dage in de filosofie over tijd nagedacht? Hoe verhoudt die tijd zich tot de menselijke ervaring? Is het tijd dat de metafysica weer nieuw leven ingeblazen wordt, of moet de filosofie zich neerleggen bij haar voorspelde einde? Over deze en meer kwesties zal Felix & Sofie zich tijdens deze avond buigen, met twee sprekers: Jan Bor en Mark Leegsma.

Over de sprekers

Jan Bor is een filosoof, publicist en columnist, die aan een breed scala van universiteiten en kunstacademies werkzaam is geweest. In 1990 promoveerde hij aan de Universiteit Leiden met het proefschrift ‘Bergson en de Onmiddellijke Ervaring’. Later verschenen van zijn hand De Verbeelding van het Denken, Een (Nieuwe) Geschiedenis van de Filosofie, Wat is Wijsheid, Mondriaan Filosoof, OnZen en dit jaar Modern Modern. Naast deze grote hoeveelheid aan publicaties heeft Jan Bor met Alexander Oey ook een aantal films gemaakt.

Mark Leegsma studeerde filosofie en klinische psychologie. Hij heeft gedoceerd aan de Universiteit van Amsterdam en aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Daarnaast was hij hoofdredacteur van iFilosofie, het online tijdschrift van de ISVW (Internationale School voor Wijsbegeerte). Hij droeg bij aan Inleiding in de Persoonlijkheidspsychologie en publiceerde Extreem in de Klas. Momenteel werkt hij aan een proefschrift op het grensvlak van de filosofie en de psychologie, waarin ook de filosofie van Henri Bergson een centrale rol speelt.

Programma en Moderatie: Floris van der Burg & Kasper Bockweg

Overige Informatie